Statuten

STATUTENWIJZIGING

Heden acht november tweeduizend achttien (8-11-2018), verscheen voor mij
mr. Yvette Sandra Beumer-Postma, notaris te Velsen: mevrouw mr. Marieke
Steenhoek,  te deze handelend als schriftelijk gevolmachtigde –
blijkens een onderhandse akte van volmacht, welke aan deze akte is gehecht
– van: de heer Paul van den Bergh, bij het verstrekken van die volmacht
handelend in zijn hoedanigheid van voorzitter van: de statutair te
Westzaan gevestigde vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Westzaanse
Korfbalvereniging Recht Op Doel Af, kantoorhoudende op het adres:
Torenstraat 6 te 1551 BL Westzaan, ingeschreven in het handelsregister
onder nummer 40617063, hierna te noemen: “de vereniging”.

INLEIDING

De verschenen personen verklaarden dat:

  • de vereniging is opgericht bij akte verleden op één februari
    negentienhonderdachttien;
  • de statuten zijn gewijzigd bij akte verleden op tweeëntwintig mei
    negentienhonderdtachtig voor een waarnemer van P.J.A. Bisschop, destijds
    notaris te Wormerveer, gemeente Zaanstad;
  • de algemene vergadering van de vereniging op zevenentwintig oktober
    tweeduizend achttien (27-10-2018) heeft besloten om de statuten van de
    vereniging te wijzigen en geheel opnieuw vast te stellen;
  • van deze besluitvorming en de volmacht aan het bestuur tot
    ondertekening van de onderhavige akte blijkt uit de aan deze akte te
    hechten notulen (bijlage).

STATUTENWIJZIGING

Ter uitvoering van voormeld besluit tot statutenwijziging worden de
statuten van de vereniging hierbij gewijzigd en geheel opnieuw vastgesteld
als volgt:
Naam, zetel en rechtsbevoegdheid Artikel 1

  1. De vereniging is genaamd Westzaanse Korfbalvereniging Recht Op Doel
    Af.
    Zij heeft haar zetel in de gemeente Zaanstad.
  2. De vereniging bezit volledige rechtsbevoegdheid.
  3. De vereniging is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van
    Koophandel.

Duur
Artikel 2

  1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
  2. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, loopt van één juli tot en met
    dertig juni.

Doel
Artikel 3

  1. De vereniging heeft ten doel het (doen) beoefenen, alsmede het
    bevorderen van de korfbalsport, in al zijn verschijningsvormen.
  2. Van het doel is uitgesloten het doen beoefenen en het bevorderen van
    de beroeps korfbalsport.
  3. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    1. het ondersteunen van hen die de korfbalsport in verenigingsverband
      beoefenen of willen beoefenen;
    2. lid te zijn van het KNKV, hierna te noemen de sportbond;
    3. deel te nemen aan de onder auspiciën van de sportbond georganiseerde
      wedstrijden in competitieverband;
    4. zelf toernooien te organiseren;
    5. samen te werken met andere verenigingen die hetzelfde doel beogen;
    6. het maken van promotie voor de korfbalsport.
  4. De vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.

Lidmaatschap
Artikel 4

  1. Leden zijn die natuurlijke personen, die door het bestuur als lid zijn
    toegelaten.

    1. Alleen diegenen die voor de duur van hun lidmaatschap ook lid zijn
      van de sportbond, kunnen lid zijn van de vereniging.
    2. De leden worden onderscheiden in:
      1. gewone leden; dat zijn zij die op éénendertig december van het het
        desbetreffende jaar de leeftijd van vijftien (15) jaar hebben
        bereikt. Gewone leden kunnen spelende of niet-spelende leden zijn.
      2. jeugdleden; dat zijn zij die op éénendertig december van het
        desbetreffende jaar de leeftijd van vijftien (15) jaar nog niet
        hebben bereikt.
      3.  leden van verdienste; dat zij zij, die de belangen van de
        vereniging op verdienstelijke wijze hebben behartigd en door de
        algemene vergadering als zodanig is benoemd.
      4. ereleden; dat zijn zij, die wegens uitzonderlijke verdiensten voor
        de vereniging door de algemene vergadering als zodanig zijn benoemd.
  2. Tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen niet worden toegelaten
    degenen, die niet tot het lidmaatschap van de sportbond wordt
    toegelaten, of van wie de sportbond het lidmaatschap heeft beëindigd.
  3.  Het bestuur beslist over toelating van leden. Ingeval van
    niet-toelating door het bestuur kan op verzoek van de betrokkene de
    eerstvolgende algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten, zulks
    met inachtneming van het tweede lid bepaalde.
  4. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een lid wegens
    zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging het predikaat “lid van
    verdienste” of “ere-lid” verlenen.
  5. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, adressen en
    geboortedata van de leden zijn opgenomen, een en ander op een door de
    sportbond aan te geven wijze.

    1. Het bestuur draagt er zorg voor dat degenen die als lid tot de
      vereniging wensen te worden toegelaten, worden aangemeld bij de
      sportbond.

Rechten en verplichtingen
Artikel 5

  1. De vereniging en de sportbond kunnen, voor zover uit de statuten van
    de vereniging onderscheidenlijk van de sportbond niet het tegendeel
    voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen. De vereniging
    kan in een voorkomend geval ten behoeve van een lid nakoming van
    bedoelde rechten en schadevergoeding vorderen, tenzij het lid het
    bestuur schriftelijk mededeelt het bestuur daartoe niet te machtigen.
  2. De vereniging en de sportbond kunnen, voor zover dit in de statuten
    van de vereniging onderscheidenlijk van de sportbond uitdrukkelijk is
    bepaald, ten laste van de leden verplichtingen aangaan.
  3. Voor zover van toepassing gelden de in het eerste en tweede lid
    bedoelde rechten en verplichtingen ook ten opzichte van het lid jegens
    de vereniging.
  4. Tenzij in deze statuten anders is bepaald, worden de in het eerste,
    tweede en derde lid bedoelde bevoegdheden uitgeoefend door het bestuur.
  5. De vereniging kan door een besluit van het bestuur, van de algemene
    vergadering of van een ander orgaan verplichtingen – al dan niet van
    financiële aard – aan de leden opleggen.
  6. De leden zijn voorts verplicht zich jegens elkaar en jegens de
    vereniging te gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid
    wordt gevorderd.
  7. Leden zijn tevens gehouden:
    1. de statuten en reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten
      van het bestuur, van de algemene vergadering of van een ander orgaan
      van de vereniging na te leven;
    2. de statuten en reglementen van de sportbond en de besluiten van een
      orgaan van de sportbond na te leven;
    3. de belangen van de vereniging niet te schaden.

Straffen
Artikel 6

  1. In het algemeen zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in
    strijd is met  de wet, dan wel met de statuten, reglementen en/of
    besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de belangen van de
    vereniging worden geschaad.

    1. Tevens zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd
      is met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de
      sportbond of waardoor de belangen van de sportbond, dan wel van de
      korfbalsport in het algemeen worden geschaad.
  2. Daargelaten de bevoegdheid van de sportbond om overtredingen, als
    bedoeld in het eerste lid, onder b te bestraffen, is het bestuur bevoegd
    om overtredingen te bestraffen.
  3. In geval van een overtreding, als bedoeld in het eerste lid onder a.
    kunnen de volgende straffen worden opgelegd:

    • berisping;
    • boete tot een maximum van een jaarcontributie behorende bij de
      leeftijdscategorie.
    • schorsing;
    • royement (ontzetting uit het lidmaatschap).
  4. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden
    opgelegd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan
    het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend, met
    uitzondering van het recht om in beroep te gaan.
  5. Royement kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met
    de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de
    vereniging oponredelijke wijze benadeelt.

    1. Nadat het bestuur tot royement heeft besloten, wordt de betrokkene
      zo spoedig mogelijk door middel van een brief met bericht van
      ontvangst met opgave van reden(en) van het besluit in kennis gesteld.
  6. Van een door de vereniging opgelegde schorsing of royement kan de
    betrokkene bij de algemene vergadering in beroep gaan. De betrokkene
    brengt het bestuur binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving op
    de hoogte van zijn voornemen om in beroep te gaan, waarna het bestuur
    binnen één maand (na ontvangst van het bericht dat de betrokkene
    voornemens is om in beroep te gaan) een (buitengewone) algemene
    vergadering bijeenroept.
    Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
    De betrokkene heeft toegang tot de vergadering, waarin het besluit tot
    schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover het woord te voeren.

    1. Van de overige door het bestuur van de vereniging opgelegde straffen
      staat geen  beroep open.
  7. De algemene vergadering kan een tuchtreglement vaststellen, in welk
    tuchtreglement van het bepaalde in dit artikel kan worden afgeweken.
    Indien de algemene vergadering een tuchtreglement heeft vastgesteld,
    geschiedt de behandeling van overtredingen met inachtneming van het
    bepaalde in dit tuchtreglement en geschiedt de beoordeling en
    bestraffing van overtredingen door de organen, die in het tuchtreglement
    daartoe zijn aangewezen. Geschiedt de behandeling door een
    tuchtcommissie en door een commissie van beroep dan zijn deze als
    organen van de vereniging te beschouwen.

Einde lidmaatschap
Artikel 7

  1. Het lidmaatschap eindigt:
    1. door de dood van het lid, in welk geval het lidmaatschap niet
      vererft;
    2. door opzegging door het lid;
    3. door opzegging door de vereniging;
    4. door royement (ontzetting), als bedoeld in art. 6 lid 5;
    5. door beëindiging van het lidmaatschap van de sportbond.
  2. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
    1. Royement geschiedt door het bestuur, tenzij in een tuchtreglement
      anders is bepaald.
  3. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen:
    1. in de gevallen in de statuten genoemd;
    2. wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die de
      statuten en reglementen voor het lidmaatschap stellen, alsmede:
    3. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het
      lidmaatschap te laten voortduren;
    4.  wanneer de sportbond het lidmaatschap van het lid heeft
      beëindigd, in welk geval de opzegging met onmiddellijke ingang
      geschiedt, tenzij het lid tegen de beëindiging van het lidmaatschap
      van de sportbond op de door de sportbond voorgeschreven wijze bezwaar
      heeft gemaakt. In het laatste geval is het lid van de vereniging
      geschorst totdat de beëindiging door de sportbond is bevestigd of
      ongedaan gemaakt.
  4. Een lid kan het lidmaatschap opzeggen met inachtneming van het in dit
    artikel bepaalde.

    1. Een lid kan het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang
      beëindigen:

      • wanneer redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te
        laten voortduren;
      • binnen een maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn
        beperkt of verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of
        medegedeeld, in welk geval het besluit alsdan niet op hem van
        toepassing is. Deze bevoegdheid tot opzegging komt het lid niet toe
        wanneer rechten en verplichtingen worden gewijzigd, die in de
        statuten nauwkeurig zijn omschreven, wijziging van geldelijke
        rechten en verplichtingen daaronder begrepen;
      • binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot
        omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie.
  5. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of de vereniging kan
    slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar
    en met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand. Op deze
    termijn is de Algemene Termijnenwet niet van toepassing. Een opzegging
    in strijd met het hiervoor bepaalde doet het lidmaatschap eindigen op
    het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was
    opgezegd. Een lidmaatschap kan tevens onmiddellijk worden beëindigd,
    doch slechts in de gevallen als bedoeld in lid 3 van dit artikel en
    artikel 2:36 van het Burgerlijk Wetboek.
  6. Indien een lid door de sportbond is geroyeerd, is het bestuur, na het
    onherroepelijk worden van dit royement, verplicht het lidmaatschap van
    het betreffende lid met onmiddellijke ingang op te zeggen.

Donateurs en sponsoren
Artikel 8a

  1. De vereniging kent naast leden donateurs.
  2. Donateurs zijn die natuurlijke of rechtspersonen die door het bestuur
    zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om
    jaarlijks een door het bestuur vastgestelde bijdrage te storten.
  3. Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke
    hen in of krachtens de statuten zijn toegekend of opgelegd.
  4. De rechten of verplichtingen van donateurs kunnen te allen tijde
    wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse
    bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
  5. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

Sponsors
Artikel 8b

  1. De vereniging kent naast leden en donateurs ook sponsors en
    adverteerders.
  2. Sponsors en adverteerders zijn natuurlijke of rechtspersonen, die zich
    jegens de vereniging verbinden tot het storten van een jaarlijkse, door
    het bestuur vastgestelde bijdrage of tot het anderszins ondersteunen van
    de vereniging, zulks te bepalen door het bestuur en die als zodanig door
    het bestuur zijn toegelaten.
  3. De rechten en verplichtingen over en weer van de sponsor/adverteerder
    en de vereniging worden in een aparte overeenkomst vastgelegd. In deze
    overeenkomst wordt onder meer overeengekomen dat de relatie tussen de
    sponsor/adverteerder en de vereniging, voor zowel de
    sponsor/adverteerder als voor de vereniging moet (kunnen) bijdragen tot
    een positieve beeldvorming.

Bestuur
Artikel 9

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf (5) meerderjarige personen die
    door de algemene vergadering uit de leden worden benoemd.
  2. Bestuursleden worden kandidaat gesteld door het bestuur of door ten
    minste vijf (5) leden. De kandidaatstelling geschiedt niet door middel
    van een bindende voordracht.
  3. In zijn eerste bestuursvergadering na een benoeming van bestuursleden,
    verdeelt het bestuur in onderling overleg de functies en stelt het
    bestuur de taken van de bestuursleden vast en doet hiervan – hetzij in
    het clubblad of op de website, hetzij door middel van een schriftelijke
    (eventueel langs elektronische weg toegezonden) kennisgeving –
    mededeling aan de leden.
  4. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een
    behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een
    aangelegenheid betreft die tot het takenpakket van twee of meer
    bestuursleden behoort, is ieder van hen geheel aansprakelijk ter zake
    van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet
    nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan
    af te wenden.
  5.  Ieder bestuurslid wordt benoemd voor een periode van drie jaar
    en treedt af volgens een door het bestuur op te maken rooster.
    Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar. Wie in een
    tussentijdse vacature is benoemd, neemt op het rooster de plaats van
    zijn voorganger in.
  6. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan
    indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een
    meerderheid vereist van ten minste twee derden van de uitgebrachte
    stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door
    een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  7. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
    1. door het eindigen van het lidmaatschap;
    2. door bedanken.

Bestuursbevoegdheid
Artikel 10

  1. Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met
    het besturen van de vereniging.
  2.  Indien het aantal bestuursleden beneden vijf (5) is gedaald,
    blijft het bestuur bevoegd. Bij een bestuursvacature is het bestuur
    bevoegd om vooruitlopend op de benoeming door de algemene
    ledenvergadering – een kandidaat-bestuurslid te benaderen en mee te
    laten draaien bij het besturen van de vereniging. Het
    kandidaat-bestuurslid onthoudt zich van stemming bij bestuursbesluiten
    en werkt onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
    Het bestuur is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene
    vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats(en) aan
    de orde komt.
  3. Het bestuur is bevoegd uit haar midden een dagelijks bestuur te
    benoemen en de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur vast te
    stellen.
  4.  Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde
    onderdelen van zijn taken te doen uitvoeren door commissies die door het
    bestuur zijn benoemd.
  5. Het bestuur is, na voorafgaande goedkeuring van de algemene
    vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
    verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het
    aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of
    hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, of
    zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.

Vertegenwoordiging
Artikel 11

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet
    anders voortvloeit.
  2. De vereniging wordt voorts in en buiten rechte vertegenwoordigd door
    de voorzitter tezamen met de secretaris of tezamen met de
    penningmeester, dan wel bij afwezigheid van één van de genoemden te
    samen met een ander bestuurslid.

    1. Het bestuur is bevoegd aan anderen een schriftelijke volmacht te
      verlenen, op grond waarvan deze bevoegd zijn de vereniging in de in de
      volmacht omschreven gevallen te vertegenwoordigen.
  3. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan
    bestuursleden toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit
    de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of
    voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot
    vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.

    1. De uitsluiting, beperkingen en voorwaarden gelden mede voor de
      bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van de
      in art. 10, vijfde lid, bedoelde handelingen.
  4. Bestuursleden aan wie krachtens de statuten of op grond van een
    volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze
    bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen
    waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten.
  5. De vereniging wordt op de vergaderingen van de sportbond
    vertegenwoordigd door een daartoe door het bestuur aangewezen
    bestuurslid, die bevoegd is op die vergadering namens de vereniging en
    de leden aan de stemming deel te nemen.

Rekening en verantwoording
Artikel 12

  1. Het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen
    omtrent de vermogenstoestand van de vereniging dat daaruit te allen
    tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  2. Het bestuur brengt op de algemene vergadering binnen zes maanden na
    afloop van het boekjaar – behoudens verlenging van deze termijn door de
    algemene vergadering – een jaarverslag uit over de gang van zaken in de
    vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat
    van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene
    vergadering over.

    1. De onder a bedoelde stukken worden ondertekend door alle
      bestuursleden; ontbreekt een handtekening van een bestuurslid dan
      wordt hiervan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na afloop van
      de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte
      vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
  3. De algemene vergadering benoemt jaarlijks een kascommissie, bestaande
    uit twee leden en één plaatsvervangend lid die geen deel mogen uitmaken
    van het bestuur.

    1. De leden worden benoemd voor de duur van twee jaar en treden volgens
      een op te maken rooster af. Zij zijn aansluitend slechts eenmaal
      opnieuw benoembaar.
    2. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten
      en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen
      uit.
  4. Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar
    onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar
    desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en de
    bescheiden van de vereniging te geven.
  5. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en van de
    rekening en_ verantwoording strekt het bestuur tot décharge voor alle
    handelingen, voor zover die uit de jaarstukken blijken.
  6. Het bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in het eerste en
    tweede lid, tien jaar lang te bewaren.

Geldmiddelen en contributie
Artikel 13

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
    1. contributie van de leden;
    2. ontvangsten uit wedstrijden en entreegelden;
    3. subsidies, giften en andere inkomsten.
  2. De leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van een contributie,
    die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen
    daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage
    betalen.
  3. Diegene, aan wie het predicaat lid van verdienste of erelid is
    verleend, is vrijgesteld van het betalen van contributie.
  4. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft
    niettemin de contributie voor het gehele jaar verschuldigd.

Besluiten van organen van de vereniging
Artikel 14

  1. Orgaan van de vereniging zijn het bestuur en de algemene vergadering,
    alsmede al die commissies en personen die krachtens de statuten door de
    algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan
    wie daarbij door de algemene vergadering beslissingsbevoegdheid is
    toegekend.
  2. Het in een vergadering van een orgaan uitgesproken oordeel van de
    voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde
    geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd
    over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

    1. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van de voorzitter de
      juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk
      vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid
      van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet
      hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige
      dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen
      van de oorspronkelijke stemming.
  3. Van het verhandelde in een vergadering worden notulen gemaakt, die op
    de eerstvolgende vergadering van het orgaan dienen te worden
    goedgekeurd.
  4. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de
    statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een
    nietig besluit mist rechtskracht.

    1. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken
      van een door de wet of de statuten voorgeschreven voor afgaande
      handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit
      heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor
      de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor
      de bekrachtiging.
    2. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke
      termijn, die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit
      heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
  5. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet
    omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:

      1. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot
        stand komen van het besluit regelen;
      2. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, als bedoeld in
        art. 5, zesde lid;
      3. wegens strijd met een reglement.
    1. Tot de onder a bedoelde bepalingen behoren niet die welke de
      voorschriften bevatten, waarop in het vierde lid, onder b wordt
      gedoeld.
  6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt
    een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit
    voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het
    besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.

    1. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in het
      vijfde lid, onder a, kan door een daartoe strekkend besluit worden
      bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te
      bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering
      tot vernietiging aanhangig is.
    2. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit
      als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking
      van dit besluit het tegendeel voortvloeit.

Algemene vergaderingen
Artikel 15

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden
    toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn
    opgedragen.
  2. Jaarlijks zal uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar een
    algemene vergadering worden gehouden (de jaarvergadering). Buitengewone
    algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur die
    gewenst acht.
  3. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met
    inachtneming van een termijn van ten minste veertien dagen. De
    bijeenroeping geschiedt door een mededeling in het clubblad, website of
    door middel van een aan alle leden te zenden schriftelijke (eventueel
    elektronische) kennisgeving met gelijktijdige vermelding van de agenda.
  4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een
    zodanig aantal leden, als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende
    gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering, verplicht tot het
    bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer
    dan vier weken na indiening van het verzoek.

    1. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt
      gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door
      oproeping overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid of door het
      plaatsen van een advertentie in ten minste één, ter plaatse waar de
      vereniging is gevestigd, veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen
      alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de
      vergadering en het opstellen van de notulen.
  5. De agenda van de jaarvergadering bevat onder meer:
    1. Vaststelling van de notulen van de vorige algemene vergadering;
    2. Jaarverslag van het bestuur;
    3. Verslag van de penningmeester;
    4. Verslag van de kascommissie;
    5. Vaststelling van de balans en van de staat van baten en lasten;
    6. Vaststelling van de contributies;
    7. Vaststelling van de begroting;
    8. Benoeming bestuursleden;
    9. Benoeming commissieleden;
    10. Rondvraag.

Het leiden en notuleren van algemene vergaderingen
Artikel 16

  1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het
    bestuur of door zijn plaatsvervanger. Zijn de voorzitter en zijn
    plaatsvervanger verhinderd, dan treedt een ander door het bestuur aan te
    wijzen bestuurslid als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in
    het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin.
  2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door een
    bestuurslid notulen gemaakt. De notulen worden in het clubblad of
    website gepubliceerd of op een andere wijze ter kennis van de leden
    gebracht en dienen door de eerstvolgende algemene vergadering te worden
    vastgesteld.

Toegang en besluitvorming algemene vergadering
Artikel 17

  1. Ieder lid heeft toegang tot de algemene vergadering
    1. Leden, die geschorst zijn, hebben geen toegang tot de algemene
      vergadering, tenzij zij bij de algemene vergadering beroep hebben
      ingesteld naar aanleiding van een opgelegde straf in welk geval zij
      bevoegd zijn alleen de behandeling van hun beroep bij te wonen.
  2. Slechts gewone leden, leden van verdienste en ereleden hebben ieder
    één stem. De jeugdleden hebben geen stemrecht.
  3. Ieder stemgerechtigd lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door
    een schriftelijk gemachtigd ander lid, mits 15 jaar of ouder. Degenen
    die gemachtigd wordt, kan echter in totaal niet meer dan twee stemmen
    uitbrengen.
  4. Het stemrecht over besluiten, waarbij de vereniging aan bepaalde
    personen, anders dan in hun hoedanigheid van lid, rechten toekent of
    verplichtingen kwijtscheldt wordt _ aan die personen en aan hun
    echtgenoot en bloedverwanten in de rechte lijn ontzegd.
  5. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een
    vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen,
    dezelfde kracht als een besluit  van de algemene vergadering.
  6. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk.
  7. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt, voor zover de statuten
    niet anders bepalen, beslist bij meerderheid van de uitgebrachte
    stemmen. Bij het staken van de stemmen wordt het voorstel geacht te zijn
    verworpen.
  8. Bij stemming over personen is degene gekozen, die de meerderheid van
    de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die
    meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen
    de personen, die het hoogste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben
    verkregen en is hij gekozen, die _ bij die tweede stemming de
    meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien
    bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.
  9. Ongeldige stemmen zijn stemmen die blanco of op enigerlei wijze
    ondertekend zijn, dan wel iets anders aanduiden dan in stemming is
    gebracht of andere namen bevatten dan van de personen over wie wordt
    gestemd.

Statutenwijziging
Artikel 18

  1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de
    algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat
    aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor
    oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste zeven dagen
    bedragen.
  2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van
    een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf
    dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de
    voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte
    plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop
    de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt de voorgestelde wijziging
    ten minste veertien dagen vóór vergadering in het clubblad gepubliceerd
    en/of een afschrift hiervan aan alle leden toegezonden.
  3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van
    toepassing, indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of
    vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene
    stemmen wordt aangenomen.
  4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde (2/3)
    van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste
    één/derde (1/3) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien
    geen één/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt
    binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en
    gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering
    aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of
    vertegenwoordigde leden, een besluit kan worden genomen, mits met een
    meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.

Ontbinding en vereffening
Artikel 19

  1. Voor een besluit tot ontbinding van de vereniging is het bepaalde in
    artikel 18, alsmede het bepaalde in lid 2 en 3 van dit artikel van
    overeenkomstige toepassing.

    1. De vereniging wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van
      de algemene vergadering, genomen met ten minste twee derden van het
      aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie
      vierden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
  2. Bij de oproeping tot de in het eerste en tweede lid van dit artikel
    bedoelde vergaderingen moet worden medegedeeld, dat ter vergadering zal
    worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping
    tot zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen.
  3. De bestuursleden treden na het besluit tot ontbinding van de
    vereniging als vereffenaars op.

    1. De algemene vergadering is bevoegd na het besluit tot ontbinding de
      alsdan zitting hebbende bestuursleden te ontslaan met gelijktijdige
      benoeming van één of meer vereffenaars.
  4. Bij een besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel
    batig saldo bepaald, terwijl de algemene vergadering tevens een of meer
    bewaarders aanwijst.
  5. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot
    vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven
    de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van
    kracht. In stukken en aankondigingen, die van de vereniging uitgaan,
    moet aan haar naam worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.
  6. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten door de
    bewaarder(s) worden bewaard gedurende tien jaren na afloop van de
    vereffening.

Huishoudelijk Reglement
Artikel 20

  1. De algemene vergadering kan een Huishoudelijk Reglement vaststellen en
    wijzigen. Voor een besluit tot vaststelling of wijziging van een
    Huishoudelijk Reglement is het bepaalde in artikel 18 van
    overeenkomstige toepassing.
  2. Het Huishoudelijk Reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook
    waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
  3. De statuten en reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn
    met die van de sportbond.